Europa steekt mogelijk stokje voor winstverplaatsing voor lagere vennootschapsbelasting

Als het aan het Europees Parlement ligt, komt er snel een einde aan de mogelijkheid voor bedrijven om hun winst te verplaatsen naar lidstaten waar de vennootschapsbelasting lager ligt. Het parlement heeft ingestemd met regels die dat moeten voorkomen.

Nu kunnen bedrijven die in meer lidstaten werken de winst van hun dochterondernemingen volgens verschillende nationale belastingcodes berekenen en verschuiven naar het land waar de vennootschapsbelasting het laagst is. Dat is in het nadeel van de concurrentiepositie van kleine en middelgrote ondernemingen. Die kunnen de hoge vergoedingen voor zo’n traject meestal niet betalen.
Met de nu door het Europees Parlement aangenomen richtlijn kunnen grensoverschrijdende bedrijven voortaan volstaan met één belastingaangifte voor al hun EU-activiteiten. Winsten en verliezen van dochterondernemingen worden bij elkaar geteld, waarna de resterende belastbare winst volgens een bepaalde sleutel wordt verdeeld tussen de lidstaten waar het bedrijf actief is. Per lidstaat wordt dan afgerekend volgens hun aandeel in de winst tegen het daar geldende belastingtarief. Daarmee is verplaatsing van winsten naar het land met het laagste belastingtarief niet meer mogelijk.

Het Europees Parlement mag op fiscale onderwerpen alleen adviseren. De aangenomen richtlijn heeft krijgt dan ook pas echt werking als deze unaniem worden aangenomen door de lidstaten in de Raad.

Bron: Opmaat 21/3/18 2018/120.